Nederlandse Vereniging van Golfspelende Journalisten
11.07.2020
Ik wist het meteen toen we de jonge eigenwijze Fries een stageplek aanboden: die gaat voor problemen zorgen. Altijd moest hij nét de andere kant opzoeken en precies het tegenovergestelde beweren, ongeacht de net daarvoor geuite mening. Altijd was hij op zoek naar een knuppel om de hoenders in het hok wakker te schudden. En ja hoor, tien jaar nadat S. Herrema bij Golfers Magazine afzwaaide, kwam die voorspelling uit. Zonder ook maar een moment stil te staan bij de enorme stapel felrood knipperende deadlines op mijn bureau – die door een vervroegde coronavakantie in eigen land ook nog eens twee weken naar voren waren geschoven – ramde Sietse mij rücksichtslos het estafettestokje van de NVGJ in handen. En bedankt.
Eigenlijk ging het zelfs eerder mis. Zo rond mijn dertigste, intussen al weer ruim twintig jaar geleden, toen een RSI-blessure aan mijn pols onverwacht een eind maakte aan mijn tenniscarrière. Ik kon van de ene op de andere dag geen forehand meer slaan. Toch proberen natuurlijk, want bij ons competitieteam was bierdrinken bijna net zo belangrijk als spelen, maar toen ik mijn tegenstander al na het inspelen kon feliciteren, was het genoeg. De rackets gingen de schuur in.
‘Ga dan eens mee golfen’, stelde de barman van mijn stamkroeg een paar maanden later voor. (Bierdrinken ging nog steeds prima.) Ik liet me overhalen, maar zonder veel overtuiging. Hoe moest ik in vredesnaam zo’n zware metalen golfclub swingen als een vederlicht tennisracket niet eens lukte? Tot mijn verrassing had mijn pols echer geen bezwaren en één goed geraakt ijzer was voldoende om verslaafd te raken – jullie kennen het.
Een klein decennium lang maakten we elke zondagochtend vroeg Spaarnwoude onveilig. De vaste vierbal was fanatiek genoeg en kende genoeg onderlinge strijd, maar ik voelde totaal geen behoefte om mee te doen aan wedstrijden. Het gevecht tegen de baan en mezelf was genoeg, meer dan genoeg. Dat veranderde niet toen ik bij Golfers Magazine aan de slag ging en de argumenten van collega Paehlig om lid te worden van de NVGJ (‘Goed voor de connecties’ en ‘Jij houdt toch van bier?’) liet ik lang onbeantwoord. Uiteindelijk ging ik toch overstag. En gelukkig maar, want al ruim een decennium rij ik na elke wedstrijd met een grote glimlach naar huis – grinnikend om het nieuwste relletje.
Dat ik in tien jaar minder wedstrijden heb gespeeld dan anderen in één jaar, kwam omdat onze toenmalige hoofdredacteur iets minder overtuigd was van het nut van een NVGJ-wedstrijd dan zijn redacteuren. Eén collega op maandag afwezig kon – na enig masseren en zorgvuldig manoeuvreren – nog net, maar om met z’n tweeën te kunnen spijbelen, moest er echt een briljant verhaal op tafel komen. Als collega Paehlig twee weken niet speelt, krijgt hij uitslag, dus bewaakte ik het redactionele fort terwijl hij wedstrijden won. Verschil moet er wezen.
En als ik eerlijk ben: hoezeer ik ook kan genieten van de chaos van een NVGJ-wedstrijd, mijn mooiste momenten beleefde ik in de een-op-een wedstrijden van de door Aleid Kemper uit het slop getrokken matchplaycompetitie. Eindelijk kreeg ik door dat een wedstrijdelement toch iets extra’s aan een rondje golf toevoegt.
En man tegen man/vrouw leer je andere NVGJ’ers toch het best kennen. Zo heb ik bijvoorbeeld ontdekt dat je de beste golfer van onze club, Michiel, op de kast (en de knieën) kunt krijgen door ‘m onverwacht een kort puttje te laten maken. Ik weet hoe Friso kijkt als je drie keer in één ronde een ‘sandy’ maakt om een hole te halven. Ik hoor Jan nog zuchten omdat hij wéér tegen mij moet. Ik heb putt-icoon Louis op het moment suprême tot zijn eigen verbijstering zien drieputten. En ik heb Sonja heroïsche gevechten zien leveren tegen een buik vol zenuwen. Het blijken onvergetelijke momenten.
En je leert ook jezelf kennen in matchplayduels. Ik voel nog mijn verbazing toen routinier Rob me met zijn dodelijke precieze hybrides kansloos naar huis stuurde. Ik hebt ontdekt dat Willem – dankzij een uitgekiende combinatie van solide slagen en slap ouwehoeren – mijn angstgegner is. En ik weet hoe het is om Jeroen al na twaalf holes een hand te moeten geven – negen ballen en een illusie armer. De gekste, meest memorabele momenten heb je, in mijn ervaring, vooral in matchplay.
Als we alle hernia’s, coronavirussen en frozen shoulders weer achter de rug hebben, ga ik het duel graag weer aan.
Tot die tijd geef ik het stokje door aan meneer de Boer, gewoon omdat het zo lekker past in het rijtje Sietse… Foeke… Poppe.
De 'surprisereis', dit keer naar Spanje, zit er weer op. Sommigen stellen bleven nog iets langer, de meesten stapten maandag om 17 uur in de bus om pas tegen middernacht de golftas weer van de band op Schiphol te tillen. Het waren een paar sublieme dagen. Zonnetje, mooie banen, hier en daar een drankje, geen onvertogen woord, allemaal tevreden (hoewel niet altijd over het spel).
Natuurlijk was het spannend wie zich na dag 2 aan de top van het klassement zou nestelen. Maar alle aandacht, liefde en knuffels waren er in de eerste plaats voor Janneke Koster. Deze keer niet vanwege briljant golfspel maar vanwege een nachtelijke, onfortuinlijke val die haar een pijnlijke en opgezwollen enkel bezorgde. En veel warmte dus, als zij desondanks toch naar het terras of diner strompelde, steunend op Henk. Het was op dag 2 opnieuw zonnig maar wel een stuk frisser. Het was weer fijn spelen langs kleurige gevels. Ondanks netten langs de fairway vlogen hier en daar toch ballen richting koffiekopjes in tuinen en bij zwembaden. Op het oog bleef de schade beperkt. Bij het diner deden Ger en Rene de prijsuitreiking. Die leverde een heel andere top 3 op dan op dag 1, met Ron (mooie 34), Helene (keurige 32) en Frank van de familie Commandeur met een degelijke 31 punten. Dat maakt het klassement spannend. Op de laatste dag gaan Olga (59 punten) en Frank Maanders (58), Willem Buijteweg (58) runner up Ron Peereboom (57) en Ger (56) voor de hoofdprijzen. Voor de dagprijzen hebben ook anderen kans. Weer: zonnig, nog iets kouder.
Dag 2. De beste scores waren niet super, met 33 en 31. Onderhoud van Bellavista liet ook te wensen over, maar de zon scheen en het was droog en de gamba's a la ojillo waren heel lekker, dus waarom klagen. Olga won de eerste prijs, Willem Buijtenweg de tweede en Ger gelukkig de derde, anders waren alle dagprijzen naar de familie Commandeur deur gegaan, Frans Maanders werd 4. Gulzige types. Tot en met 14 punten rekenden we als de middenmoot, daaronder glom de degradatiezone. Peter - zijn naam liever hier niet noemen - had meer strepen dan punten, maar hij bleef gezellig. We applaudiseerden voor Hans T. We missen hem. Goed gedaan Hans. Mooi reisje.
Verrassingen genoeg tijdens deze surprisereis. Zeer aangenaam zonnig weer. En de Transavia vlucht met het grootste deel van de deelnemers vertrok ondanks dubbele storm en dankzij gunstige startbaan op tijd, om zes uur, om vier uur aanwezig, om 3 uur van huis. Een uitje. Een deel van de 24 deelnemers liep vrijdag al een oefenrondje, alsof dat zou helpen. En anderen, zoals Helene en Cara, deden zich aan de boulevard tegoed aan voortreffelijke visgerechtjes. Een paar keer zelfs. Het licht in het restaurant was buitengewoon helder en Willem B was zeer tevreden over het dessertbuffet. Dus de eerste dag deugde. Morgen het echte werk, om 9 uur vertrekken voor een ronde op Bellavista. Vanavond lijkt niemand zich daar nog druk om te maken.
Een stormachtig begin van de 'surprisereis' voor de NVGJ'ers! De vlucht van het gezelschap naar Faro was gelukkig niet geannuleerd. Drie dagen verblijven ze in het Hilton Islantilla Golf Resort. Henk Koster nam de stokken direct ter hand en begon met een rondje. Mooi weer, polootje was voldoende. De redactie wenst iedereen veel plezier in Portugal!