Nederlandse Vereniging van Golfspelende Journalisten
12.12.2023
Estafette - Onze rubriek waarin leden vertellen over hun herinneringen aan de eerste golfronde, hun golfhoogtepunten en de band met de NVGJ. Dit keer is het de beurt aan Ronald Massaut.
Golfen? Nee, echt niet. Niet voor mijn 50-ste. Ik speelde vier-vijf keer per week squash en ook nog racquetball. Golf, da's voor ouwe mannen. Ja, als ik zelf later oud ben... Aannames, allemaal aannames. En hoe fout kunnen die zijn. Was ik inderdaad maar op m'n 30-ste begonnen met golf, dan... dan...
Mijn eerste rondje golf was tijdens een persreis door Oost-Engeland, East Anglia. Ik zal zo begin 30 geweest zijn. Na een clinic mochten we de Par 3-baan op. En dat ging verdorie goed! Je moet gaan golfen, zei de Britse pro. Maar ja, hé: ik was bezig om de hemel te bestormen via de squashbaan. Racquetball schoot er soms al bij in, en dan ook nog golfen? Nee, misschien later.
Na een clinic op de Zaanse, twee, drie jaar later, kwam er toch wel twijfel. Ik kon echt ver slaan en was superfit. Alleen niet zo heel erg recht. Nog weinig techniek, maar dat zou ik snel leren, verzekerde de pro van de Zaanse mij. Alleen, waar haal je de tijd vandaan? Als jonge journalist werkte je in die tijd inclusief schnabbels gemakkelijk 60 uur per week. Tel daarbij een uitgaand leven met nu echtgenote Dea, squash, vier tot zes weken per jaar skiën en dan ook nog golfen?
Racquetball, powerplay en nog eens powerplay. Ronald in zijn beste jaren op zijn thuisbaan in Koog a/d Zaan
GVB halen
Mijn jongere broer Alfred werd 50. We gaan golfen, samen ons Golfvaardigheidsbewijs halen. Mijn verjaardagscadeau aan hem. Kunnen we straks in het weekend lekker ontspannen de baan over, zo dacht ik. Mijn aftakeling op de squashbaan was al eerder ingezet. Toenemend overgewicht nadat ik was gestopt met roken en braces als steun voor de versleten knieën; braces zo stijf, die hielden zelfs een mank paard overeind.
Een spontane gedachte, dat GVB, want na de Zaanse – 20 jaar daarvoor – was ik nooit meer op een golfbaan geweest. Of was het indirect toch de belofte aan mijzelf: ‘niet voor mijn 50-ste'? Ik was 52—53, geloof ik. Twaalf jaar geleden, dus. Na de introductiecursus, die Alfred meteen baanpermissie opleverde - mij niet, volgde de GVB-cursus. Ik zei het al, hè: iets minder techniek en misschien wat minder gevoel voor golf of gewoon te lang squash gespeeld.
Enkele maanden later kwam die baanpermissie alsnog. Met de hakken over de sloot ook het GVB. Na de eerste tijd heel veilig op de Par3 waagden we de sprong naar de grote baan. De eerste drie gelopen kaarten leverde een handicap 42 op, genoeg stimulans om golf te omarmen. Als die verduvelde krant niet zo veel tijd vergde.
Ploeteren en foeteren
Mijn eerste echte golfronde op De Purmer? Wat waren die banen lang en wat lagen die hindernissen verschrikkelijk in de weg. Vooral dat water. Maar 42 was oké; pas een jaar bezig. Mijn broer vertelde serieus onder de indruk, dat een collega handicap 26 had! Hoelang speelde hij al? Acht of negen jaar. En dan nog maar 26, vroeg ik vol ongeloof. Wat doet die vent dan op de baan? Inmiddels droom ik ervan zelf weer handicap 26 te hebben, want net als in de beginjaren is het soms opnieuw ploeteren en foeteren. Met dit verschil, toen ging de teller naar beneden. Nu komt er achter de komma steeds meer bij.
De Texelse
Bij de vrijgave van de eerste holes van de nieuwe 9 op De Texelse was ik met Dea op het eiland om een verhaal te maken voor het Noordhollands Dagblad. ,,Ben je lid van de NVGJ'', vroeg Roland, de baanmanager. Wel eens van gehoord, maar nee. ,,Moet je toch eens naar kijken, want ze doen hele leuke dingen.'' Het idee om met een stel eigenwijze journalisten te golfen trok mij op dat moment niet echt. Ik had genoeg te stellen met mijzelf. Maar de website bekeken en de NVGJ deed inderdaad ‘hele leuke dingen'. En ik kende verschillende leden. Zoals collega's Willem Schouten en Annemart van Rhee en Leon Klein Schiphorst. Paul Monsoer kende ik van squash. En voormalig NHD-collega Eric Korver was voorzitter. Mijzelf aangemeld en maandenlang bleef het oorverdovend stil. Niets meer gehoord, tot ineens het verlossende bericht kwam om de verschuldigde contributie te voldoen.
Mijn eerste wedstrijd bij de NVGJ: opnieuw Texel. Maar deze keer was het menens. Ik speelde pas drie of vier jaar en kwam er snel achter dat een 9-holes handicap niet zo'n solide basis is voor echte wedstrijden. De eerste keer de baan in met Lex Hiemstra en Hannes van der Stadt. Dat weet ik nog, de uitslag niet meer, alleen dat het een hele ervaring was. Ook zal ik mijn leven het rondje (2022) met Gerald van Dalen blijven herinneren op De Lage Vuursche, inclusief de eerste signalen van hartfalen; duizelig, flauwvallen, misselijk en overgeven. ,,Moeten we een teiltje halen'', vroeg Gerald spottend – net als ik – onwetend dat het hart een fikse waarschuwing gaf. Enkele operaties en een pacemaker verder tikt-ie trouwens weer als een Zwitserse klok. Hoop ik.
Als het tegeltje nog niet bestaat moeten ze die maken: ‘Geeft niet als niet kan golfen, als je het maar leert voor je met pensioen gaat’. Het werkende leven heb ik nu vroegtijdig afgesloten. Meer tijd voor golf, naast vrijwilligerswerk en toch maar weer een nieuwe studie. Inmiddels ben ik ook redelijk ingeburgerd in de kringen van de NVGJ, schat ik zo.
Verfoeide duikboten
Vaste klant voor het Kostertje ben ik al een paar seizoenen niet meer en ik prijs mijzelf gelukkig om elk jaar wel één keer met de naamgever een aangename ronde mogen te lopen. Zo zijn er meer spelers en speelsters waar ik graag mee de baan in ga en aanschuif voor de nazit in het clubhuis. Het is goed volk, die NVGJ’ers. Alleen die paar verfoeide ‘duikboten’. Ik ga hier geen namen noemen, maar ben je dan zo ziekelijk op zoek naar ‘aandacht’, wil je dan zo graag winnen dat je jouw beste scorekaarten bewust niet inlevert? Gewoon fraude! Je belazert de boel. Hoe zat het ook alweer met ‘elkaar een plezierige dag bezorgen’?
Zelf kan ik uit de grond van mijn hart zeggen: ik héb een juiste handicap (31.6) al is die redelijk hoog, geef ik toe. Handicap (lachend), ik heb er wel meer. Naast golf zijn dat mijn hart, beide knieën, rug en een paar pondjes te veel. Ik heb niet de bouw van een golfer, of de gewenste motoriek en – ondanks voortdurende golflessen – ontbreekt nog steeds de fijne techniek. Ben ook niet constant. De eerste jaren heb ik er vaak aan gedacht om mijn golftas in het water te gooien, naast de vele ballen die ik daar toch al verloren was. Setje compleet. Golf kan zó wreed zijn. Zó technisch en veel te veel tijd tussen de slagen, te veel tijd om na te denken.
Ronald squasht in de jaren '80, inclusief ‘pornosnor’, toen heel gewoon. Squash als dé combinatie van tactiek en techniek, geduld en ‘Go for the kill’. Alleen heel slecht voor je knieën.
Niet in de búúrt
Zó frustrerend. Hoofdklasse waterpolo gespeeld, eerste klasse squash, Top-100 gestaan, Nederlands kampioen NCM Bedrijvencompetitie squash, amateurtop racquetball (een maal 4e op de Belgian Open), ook nog een goede skiër geweest; Oostenrijkse skileraar, Anwärter. Waarom lukt mij dat niet met golf? Ik kóm niét ín dé búurt!
Nog niet, maar ik blijf het wel proberen naar mijn aangeleerde levensmotto: Als het niet gaat zoals het moet, dan moet het maar zoals het gaat (tegeltje). Want: golf is een fantastisch spelletje, oehhh, sorry: fantastische sport. Alleen: net zo moeilijk als fantastisch. Mijn recente hoogtepunt: een rondje 39 op golfbaan Emmeloord; 25 punten op de eerste negen. Waanzinnig! En wél gewoon de score ingevuld voor mijn handicapregistratie. Sportieve wens voor 2024: weer zo'n uitschieter. En mag het dan een rondje van 40 plus zijn, misschien? Lijkt mij geweldig. Opnieuw één absolute topdag. Hole-in-one mag ook.
Ik kan er geen hout van, heb ik wel eens vertwijfeld geroepen. Dat mag ik niet meer zeggen van mijn pro. Negatieve gedachten zijn destructief en het klopt ook niet. Ik kan écht wel golfen, alleen niet altijd.
Ronald Massaut
(Ik geef het stokje graag door aan Cara de Vlaming. Zij is na een voortijdig pensioen juist net weer begonnen met werken. Ik heb vorig seizoen twee keer een ronde met haar gelopen en was onder de indruk van haar golfspel. Behalve dat zij ook nog een aangenaam mens is, wat slaat die vrouw ver en recht! Chippen en putten kan ze ook. Cara is professioneel actief in de autosport. Bijzondere combinatie. Benieuwd hoe zij met golf in aanraking is gekomen.)
NCM, Nederlands kampioen met het vriendenteam. 2e van rechts Ronald Massaut
Daar zaten we dan. Op een stoeltje aan de achttiende green van de Royal Obidos. Elkaar hoopvol aankijkend. Zouden we op deze tweede dag van het EMGJ nog een sprongetje naar boven kunnen maken? Zou het mogelijk zijn om in die top 5 te komen? Het veld van het EMGJ was nog nooit zo sterk bezet. Er waren nog nooit zoveel landen (zei men). En ja, de banen waren nog nooit zo moeilijk geprepareerd als deze week. Voor jullie info: de greens van Royal Obidos deden 12,3 op de stimpmeter. Dat is een beetje vergelijkbaar met wanneer je thuis op de tegels in je keuken een putt probeert te maken. Het is aanraken en daar gaan ze dan. Dat het iets was waar niet alleen wij als Nederlanders last van hadden, zo bleek wel weer. Want er werd steen en been geklaagd. Of nou ja, geklaagd is misschien niet het goede woord. We realiseerden ons vooral allemaal dat we er geen klote van kunnen.
De Praia D'El Rey Golf Course was na twee oefendagen het décor van de eerste échte krachtmeting tussen de twaalf landen tijdens het EMGJ 2024. Nederland staat na die eerste dag op een verdienstelijke zesde plaats, al had er meer in gezeten zo vonden de deelnemers unaniem. Hoogtepunten: de beste score van de dag van álle golfers voor Stef Swagers (+5) en een fraaie eagle (+2 birdies) voor Hélène Wiesenhaan.
Het dreamteam van de NVGJ, kort voor het begin van de EMGJ in Portugal. Let's do it! Lees de verslagen en bekijk de mooie foto's. Regen en wind in Nederland, (ondergaande) zon in Portugal.
"Van de gele tees is te moeilijk, zegt de wedstrijdleiding. Daarom moeten de heren van blauw", sprak captaine Madelon Barenbrug. "En de teemarkers op rood worden helemaal naar voren gezet." Moeilijk? Een blik op de scorekaart van de Royal Óbidos Golfcourse (vijf keer par-3, vijf keer par-5 en acht keer par-4) maakte duidelijk dat we van blauw slechts 5450 meter moeten overbruggen. De dames blijven zeer royaal onder de vijf kilometer. Ook al geruststellend was de raadpleging van de handicaptabellen: iedereen krijgt minder slagen dan zijn of haar handicapgetal. Het kan niet anders dat de baan meevalt. Het enige minpunt is misschien dat de wedstrijdleiding er eigen regels op na houdt: iedereen speelt voor driekwart van zijn playing handicap. Eenmaal onderweg tijdens deze tweede oefenronde vroegen we ons af hoe de wedstrijdleiding tot dit besluit is gekomen. Oké, golf is een lastig spel. Maar op deze baan, met veel strategische gesitueerde waterhindernissen en razendsnelle greens, wordt het de speler (m/v) ietsje moeilijker gemaakt. Golflegende Seve Ballesteros, die de baan ontwierp, had er kennelijk zin in... Gelukkig bestaat een flink deel van ons team uit onverschrokken types, echte longhitters zelfs, die niet zo snel geïmponeerd zijn. Water? Daar speel je gewoon om- of overheen. Snelle greens? Ook daarvoor is de oplossing eenvoudig: een stuk zachter putten dan je thuis gewend bent. Dus het kan niet missen dat de meesten van ons op woensdag, als we hier voor de echte score spelen, ten minste 30 stablefordpunten bijeen swingen. Omdat we niets (of bijna niets) aan het toeval wensen over te laten, lieten we de vroege oefenronde van vandaag (met drie starts vanaf 8 uur) volgen door een lange tactische teambespreking, een alcoholvrije lunch en een pittige sessie op zowel driving range als putting green. Daarna deed iedereen verplicht een middagdutje. En vanavond, zo is de afspraak, liggen we vroeg in ons mandje. O ja, het parcours glooit nogal. Bovendien is het vaak nogal ver lopen van green naar volgende tee. Welbeschouwd is het een echte buggybaan. Daarom laten we woensdag de handtrolleys en elektrische trolleys in de stalling (ze zijn bovendien van zeer matige kwaliteit, die niet past bij de vijf sterren die op dit real estate is geplakt) en legden we beslag op een flink deel van het buggypark. Want onze inschatting is dat we de andere elf landen dan in ieder geval rijdend over de betonpaden het nakijken zullen geven. Op naar morgen: de eerste wedstrijddag, op Praia d'el Rey.
De eerste oefenronde zit erop. En wel die op Praia d’el Rey. Wat zoiets betekent als ‘strand van de koning’. Althans, dat beweert de chauffeur van ons busje onderweg naar het clubhuis. Mij kunnen ze alles wijsmaken wat dat betreft. En eigenlijk spreekt er niemand van ons Portugees. Behalve Pamela. Die het graag liever wat onder de aandacht houdt, maar als ze haar zinnen heeft gezet op een specifiek drankje in een specifiek grote beker/glas/mok/wat er voor door moet gaan. Dan ineens weet ze toch iets tegen hem te ratelen waardoor hij gaat rennen. De smiecht.
Nee, verwacht hier niet elke paar minuten een update vanuit het team dat in Portugal onze driekleur representeert. Tien NVGJ-ers en de immer onvolprezen non-playing captain Madelon Barenbrug nemen het op Royal Obidos op tegen maar liefst zeven andere landen. Hoe vergaat het ze? Wat maken ze mee? Je vindt het hier.