Nederlandse Vereniging van Golfspelende Journalisten
06.09.2023
Vandaag is rood, zong Marco Borsato eind jaren negentig, waarna hij in het refrein al het moois dat aan 'RGB 255,0,0' wordt toegeschreven bezingt. Net als de gewezen ideale schoonzoon lijkt de kleur echter gecanceld te worden. Vooral als deze de pech heeft gebruikt te zijn voor het maken van een broek. De rode broek als symbool van het oude golf, als iets om je tegen af te zetten op weg naar nieuwe beeldvorming. Wie had dat ooit kunnen bedenken? Ik niet, de Nederlandse Golf Federatie wel. Vooropgesteld: ik heb zelf geen rode broek. Ook geen rode polo. En op de enorme stapel petten ligt precies één rood exemplaar. Die ik nooit draag bovendien. Niet mijn kleur. Rood. Hoe langer hoe meer overweeg ik echter om toch eens een broek in de kleur van de liefde aan te schaffen. Niet omdat ik de kleur meer ben gaan waarderen, of omdat het mode schijnt te worden, rood, maar als statement, als steunbetuiging aan hen die wel graag een rode broek dragen. Oké, dat is niet waar, al was het alleen maar omdat zij die dat al doen prima voor zichzelf op kunnen komen. Wat wél waar is is dat ik rode vlekken in mijn nek krijg van deze campagne, die, in het streven om een nieuw golfpubliek aan te boren, de 'man met de rode broek' tot het symbool hebben gemaakt voor alles wat golf kennelijk niet wil zijn. Uit onderzoek blijkt golf nog altijd te moeten vechten tegen de bekende vooroordelen (kak, duur, elite) en dus mannen met rode broeken. Er wordt nog wel gezegd dat de focus op die broek 'met een knipoog' is, maar als je dat zò vaak moet herhalen dan maakt dat die knipoog niet per se geloofwaardiger. Laat staan grappig. Al moest ik dan wel weer lachen toen er bij de lancering geen rode broek te vinden was om symbolisch als eerste in de rode container gedeponeerd te worden. Alsof de golfgoden zelf wilden zeggen: 'doe nou niet, je kan nu nog terug!'.
Tijden veranderen. Nauwelijks twintig jaar geleden werd ik eens op een openbare baan geweigerd omdat ik onder (!) mijn regenpak een t-shirt droeg in plaats van een kraagje. Tijden veranderen. Op de website van een oude club als de Hilversumse staat nadrukkelijk vermeld dat je natuurlijk ook welkom bent met een spijkerbroek. Tijden veranderen. Als ik op de banen waar ik kom om me heen kijk zie ik alle denkbare shirts, schoenen en broeken, in alle kleuren van de regenboog bovendien. Lange sokken en korte sokken. T-shirts en kraagjes. Onopvallende kleding en schreeuwende kleuren. Traditionele golfkleding en moderne vrijetijdskleding. Tijden veranderen.
Laatst zat ik in afwachting van een interview ruim een half uur naast de tee van hole 1 op de Rosendaelsche, vastbesloten om op deze klassieke baan de rode broeken op herenochted te turven. Alles wat ik hiervoor beschreef trok in veelvoud voorbij en ik zag precies één broek die in het kleurenspectrum ergens in de rode hoek zat. Een broek die de drager zich dus, uit symboolpolitiek, van de kont moet laten kletsen.
Is er nou niemand die bedenkt dat je op deze manier, om golf toegankelijker te maken, zelf juist intolerant doet naar bepaald deel van je achterban? Hoe rijmt zich dat met de eerder dit jaar gelanceerde campagne 'welcome to the club' waar deze actie onderdeel van uitmaakt?
Iedereen zou zich welkom moeten voelen op de golfbaan. Dat is een volkomen gerechtvaardigd uitgangspunt. Iemand geen toegang verschaffen tot de baan omdat een rokje te kort is of een kraagje ontbreekt vinden we niet van deze tijd. Dat zou deze leuk bedoelde actie ook niet moeten zijn.
Daar zaten we dan. Op een stoeltje aan de achttiende green van de Royal Obidos. Elkaar hoopvol aankijkend. Zouden we op deze tweede dag van het EMGJ nog een sprongetje naar boven kunnen maken? Zou het mogelijk zijn om in die top 5 te komen? Het veld van het EMGJ was nog nooit zo sterk bezet. Er waren nog nooit zoveel landen (zei men). En ja, de banen waren nog nooit zo moeilijk geprepareerd als deze week. Voor jullie info: de greens van Royal Obidos deden 12,3 op de stimpmeter. Dat is een beetje vergelijkbaar met wanneer je thuis op de tegels in je keuken een putt probeert te maken. Het is aanraken en daar gaan ze dan. Dat het iets was waar niet alleen wij als Nederlanders last van hadden, zo bleek wel weer. Want er werd steen en been geklaagd. Of nou ja, geklaagd is misschien niet het goede woord. We realiseerden ons vooral allemaal dat we er geen klote van kunnen.
De Praia D'El Rey Golf Course was na twee oefendagen het décor van de eerste échte krachtmeting tussen de twaalf landen tijdens het EMGJ 2024. Nederland staat na die eerste dag op een verdienstelijke zesde plaats, al had er meer in gezeten zo vonden de deelnemers unaniem. Hoogtepunten: de beste score van de dag van álle golfers voor Stef Swagers (+5) en een fraaie eagle (+2 birdies) voor Hélène Wiesenhaan.
Het dreamteam van de NVGJ, kort voor het begin van de EMGJ in Portugal. Let's do it! Lees de verslagen en bekijk de mooie foto's. Regen en wind in Nederland, (ondergaande) zon in Portugal.
"Van de gele tees is te moeilijk, zegt de wedstrijdleiding. Daarom moeten de heren van blauw", sprak captaine Madelon Barenbrug. "En de teemarkers op rood worden helemaal naar voren gezet." Moeilijk? Een blik op de scorekaart van de Royal Óbidos Golfcourse (vijf keer par-3, vijf keer par-5 en acht keer par-4) maakte duidelijk dat we van blauw slechts 5450 meter moeten overbruggen. De dames blijven zeer royaal onder de vijf kilometer. Ook al geruststellend was de raadpleging van de handicaptabellen: iedereen krijgt minder slagen dan zijn of haar handicapgetal. Het kan niet anders dat de baan meevalt. Het enige minpunt is misschien dat de wedstrijdleiding er eigen regels op na houdt: iedereen speelt voor driekwart van zijn playing handicap. Eenmaal onderweg tijdens deze tweede oefenronde vroegen we ons af hoe de wedstrijdleiding tot dit besluit is gekomen. Oké, golf is een lastig spel. Maar op deze baan, met veel strategische gesitueerde waterhindernissen en razendsnelle greens, wordt het de speler (m/v) ietsje moeilijker gemaakt. Golflegende Seve Ballesteros, die de baan ontwierp, had er kennelijk zin in... Gelukkig bestaat een flink deel van ons team uit onverschrokken types, echte longhitters zelfs, die niet zo snel geïmponeerd zijn. Water? Daar speel je gewoon om- of overheen. Snelle greens? Ook daarvoor is de oplossing eenvoudig: een stuk zachter putten dan je thuis gewend bent. Dus het kan niet missen dat de meesten van ons op woensdag, als we hier voor de echte score spelen, ten minste 30 stablefordpunten bijeen swingen. Omdat we niets (of bijna niets) aan het toeval wensen over te laten, lieten we de vroege oefenronde van vandaag (met drie starts vanaf 8 uur) volgen door een lange tactische teambespreking, een alcoholvrije lunch en een pittige sessie op zowel driving range als putting green. Daarna deed iedereen verplicht een middagdutje. En vanavond, zo is de afspraak, liggen we vroeg in ons mandje. O ja, het parcours glooit nogal. Bovendien is het vaak nogal ver lopen van green naar volgende tee. Welbeschouwd is het een echte buggybaan. Daarom laten we woensdag de handtrolleys en elektrische trolleys in de stalling (ze zijn bovendien van zeer matige kwaliteit, die niet past bij de vijf sterren die op dit real estate is geplakt) en legden we beslag op een flink deel van het buggypark. Want onze inschatting is dat we de andere elf landen dan in ieder geval rijdend over de betonpaden het nakijken zullen geven. Op naar morgen: de eerste wedstrijddag, op Praia d'el Rey.
De eerste oefenronde zit erop. En wel die op Praia d’el Rey. Wat zoiets betekent als ‘strand van de koning’. Althans, dat beweert de chauffeur van ons busje onderweg naar het clubhuis. Mij kunnen ze alles wijsmaken wat dat betreft. En eigenlijk spreekt er niemand van ons Portugees. Behalve Pamela. Die het graag liever wat onder de aandacht houdt, maar als ze haar zinnen heeft gezet op een specifiek drankje in een specifiek grote beker/glas/mok/wat er voor door moet gaan. Dan ineens weet ze toch iets tegen hem te ratelen waardoor hij gaat rennen. De smiecht.
Nee, verwacht hier niet elke paar minuten een update vanuit het team dat in Portugal onze driekleur representeert. Tien NVGJ-ers en de immer onvolprezen non-playing captain Madelon Barenbrug nemen het op Royal Obidos op tegen maar liefst zeven andere landen. Hoe vergaat het ze? Wat maken ze mee? Je vindt het hier.